Bibliografie > Voorwoorden, inleidingen en nawoorden


DE KAVIJAKS


VANTORRE, Jozef:

DE KAVIJAKS

[Inleidend woord door L. P. Boon]

(Gemini literaire Paperback)

Standaard/Moussault, Antwerpen/Amsterdam, april 1973

 

p. [3]: [Inleidend woord]

Een zondagmiddag waren Marc Andries en zijn vrouwtje op bezoek, en stelden een vriendin voor, die Ingrid Sijmons heette en achteraf ook nog iets met de Standaard-uitgeverij bleek te maken te hebben. We hebben achteraan in de tuin petanque, een Frans spelletje dat men in Nederland ‘Jeu des boules’ noemt, maar Ingrid bleek gehandicapt door iets dat zij onder de arm droeg, een onuitgegeven manuskript. Uren later liet ze me dit manuskript zien: het heette De kavijaks en was geschreven door Jozef Vantorre. En of ik het ook eens lezen wou? Ik lees nooit manuskripten, zelfs de mijne niet, maar omdat Ingrid zo lief was deed ik het dan toch maar. En meteen had ik de zeer sterke indruk of men met mij een grapje wou uithalen:

Dit leek me een boek van iemand die de schrijversstiel volkomen onder de knie had, maar enkele bewuste fouten beging om literatuurkenners op een dwaalspoor te brengen, iets wat ik trouwens in mijn beginperiode zelf heb gedaan. Weken later belde Ingrid me op, en wou ze weten wat ik erover dacht - over het boek - en weer weken later wou ze weten of ik een inleidend woord voor dat boek wou schrijven. En hier is het dan: het lijkt me het werk van een man die bezeten is door zijn onderwerp, geen literatuurman, maar die misschien slechts eenmaal een boek zal schrijven, ‘zijn boek’, hét boek. Wel, dit is dan hét boek. Ik hoop dat U het met evenveel bewondering, argwaan en verbazing lezen zult. L.P. Boon

 

2e druk: mei 1973

3e druk: oktober 1973

[4e] druk: De Bezige Bij, Amsterdam, 1988





terug