Bibliografie > Voorwoorden, inleidingen en nawoorden


GERAARDSBERGEN OP DE DREMPEL VAN DE 20e EEUW


[RUIZ, Abraham en Georges SPITAELS]:

GERAARDSBERGEN OP DE DREMPEL VAN DE 20e EEUW

DE OPKOMST VAN HET SOCIALISME

[Ten geleide L.P. Boon]

Abraham Ruiz, Geraardsbergen, 1976

 

p. 11-12:

Ten geleide

De sociale strijd blijft een steeds boeiend en fascinerend onderwerp, een glorierijke bladzijde die aan de Europese geschiedenis werd toegevoegd, geschreven als het ware met het bloed, het zweet en de tranen van de arbei­der zelf.

Toen kort na het boek “Een terugblik”, de geschiedenis der Gentse Socialistische Partij, ook nog het onmiskenbaar geworden boekje “Jan Bijl of de eerste socialisten van Aalst” verscheen, schreef Edward Anseele hiervoor een inleidend woord, waarin hij met nadruk de wens uitte, dat verdere werken hierover zouden verschijnen en dat elk industriestadje haar eigen arbeidersgeschiedenis zou te boek stellen als een rode bloem die weer werd toegevoegd aan de geschiedenis der arbeiderspartij.

Dit is nu ook gebeurd voor het Geraardsbergse. In samenwerking brachten Abraham RUIZ en Georges SPITAELS in hun boek over de sociale strijd in het Geraardsbergse allerlei belangrijke wetenswaardigheden aan het licht, die anders vrij spoedig voor immer zouden verloren gegaan zijn.

We weten het, vele en moeizame opsporingen, waarvan de lezer zich geen denkbeeld kan vormen, gaan aan een dergelijk boek vooraf. Het meeste is reeds, jammer genoeg, verloren en vergeten geraakt. De arbeider der negentiende eeuw wist niet dat hij door zijn strijd geschiedenis aan het maken was. Weinig of niets hebben ze opgeschreven of bewaard. Trouwens, veel moest in het begin ondergronds gebeuren, verenigingen werden meestal in stilzwijgendheid opgericht en zo weinig mogelijk op verraderlijk papier gezet.

Echte documenten zijn nog zeer schaars te vinden: van de in allerhaast gedrukte en verspreide manifesten en vlugschriften werden geen eksemplaren bewaard voor een mogelijk archief. Stakingsliederen aan de poorten der fabrieken verkocht aan één cent tot steun der stakers zijn niet meer te vinden. En als men toch nog een vergeeld en versleten nummer ervan in handen krijgt, stelt men vast dat het jaartal ontbreekt en zelfs de naam van de drukker niet wordt vermeld.

Een ander en tot nu toe niet belicht aspekt van deze strijd is bovendien, dat in de wildste jaren van het opkomend socialisme die nog nauw verwant was met het revolutionaire en alles omverwerpend anarchisme. Men had immers het roekeloze, fascinerende en begeesterende voorbeeld der Parijse Commune voor ogen. Heel wat dezer allereerste socialisten, in feite “communards”, en veelal daadwerkelijke anarchisten, gingen de gevangenis is. Hierdoor verzwijgen nazaten vrij dikwijls de glorierijke daden hunner vaderen, omdat oneer, schande en gevangenschap er het bittere loon van was. Een andere hinderpaal zijn de beide wereldoorlogen geweest, waar bij de komst de vreemde legers alles inderhaast werd verbrand, om aan vervolging en terreur te kunnen ontsnappen.

Toch slaagden RUIZ en SPITAELS erin nog heel wat over deze sociale strijd ook in het Geraardsbergse te achterhalen. Het blijkt dat ze bovendien ook nog onschatbaar fotomateriaal wisten te ontdekken. Het boek dat ze ons brengen had niet de bedoeling, of de pretentie, er een literair waardevol gewrocht van de maken. Hoofdzaak was, vast te leggen wat nog aan anders reddeloos verloren gegane feiten en gegevens kon teruggevonden. Hierin slaagden ze. Dank zij hun werkwijze, waarnaast bij de blik op het Geraardsbergse steeds het ganse land betrokken raakt, krijgt de lezer het nodige historische overzicht. Ook de indeling in aparte hoofdstukken, waarbij afzonderlijk het ontstaan van de partij, vereniging, ziekenbond en dergelijke wordt geschetst, maakt alles duidelijk overzichtbaar.

Als pioniers in het achterhalen van wat in het Geraardsbergse gebeurde, hebben ze een eerste noodzakelijke weg gebaand, de kans gevend aan latere onderzoekers al het bijeengezamelde materiaal verder uit te werken. Tevens wordt uit hun boek eens te meer duidelijk, dat de arbeiders onzer eigen “Drie Zustersteden” - Aalst, Geraardsbergen, Ninove - in deze sociale strijd steeds zijde aan zijde stonden, en tot een gemeenschappelijke en niet meer van elkaar te scheiden sociale strijd der “Denderstreek” werd. De weg naar nog diepgaander en algemene studie dezer Denderstreek ligt nu open.

Louis-Paul BOON





terug