Bibliografie > Voorwoorden, inleidingen en nawoorden


BED VAN DONS & DOOIE KIPPEN of DE VUIL JEANETTEN VAN AALST


VERHEGGHE, Willie gedichten / Erik LEDEGEN, Erik foto's

BED VAN DONS & DOOIE KIPPEN

of DE VUIL JEANETTEN VAN AALST

Uitgeverij Debeer, Torhour, 1992

 

[Tekst Boon op achterplat:]

Karneval in Olsjt moet ge zien op maandag en vooral op dinsdag, als de vuiljeanetten hun ronde doen. Dan komen ze tevoorschijn met oude kinderkoetsen waarin een vijftigjarige baby aan de geneverfles zuigt, met vogelmuiten waarin een droge haring hangt, en dragen ze vodden van kleren uit de tijd van meetje Wanne, en hebben ze een masker van een stuk versleten gordijn.

 

 

Iedereen krijgt dan zijn zaligheid. Ze verwijten u, dat ze u in het duister aan de Tragel met een jong poezeke hebben gezien. Ze verwijten u, dat ge een kazakdraaier zijt, een zatteprul en een nietdeug. Ge moet daar tegen kunnen. Meer zelfs, ge moet dezen een pint betalen die u het schoonst hebben verweten.

Louis Paul Boon

in ‘Vooruit’-5/2/1962

p. 57-60: Interview: Louis-Paul Boon over het carnaval in Aalst

 

[Eerder in: Open deur, (1978) 1]





terug