Bibliografie > Zelfstandige publicaties


ETEN OP ZIJN VLAAMS


Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, MCMLXXII [= 1972]

Paperback (met ingevouwen flappen), 152 p., 12,5 x 20 cm.

 

Binnenflap: Boontje heeft al vele jaren lang door zijn cursiefjes tal van smakelijk bevonden recepten voor lekkerbekken gegeven.

Een hele Vlaamse keuken, met alles-erop-en-eraan, heeft hij daarin uitgestald. Ze laten zich in toegespitste keuze, die hij daaruit nu voor Eten op zijn Vlaams heeft gemaakt, even plezierig lezen door hen die er wat mee willen doén, als door hen die alleen maar Boon-stukjes willen lézen.

Met dit boekje hoopt Boontje te bereiken dat goulash, spaghetti, ravioli, canneloni, nasi en bami goreng, Russische bordsj en Hawaiaanse banaan voorgoed het loodje leggen bij een Vlaamse stoofkarbonade met doorge-stampte patatten en een schuimend glas bier.

p. [4]: Omslag: Fiel van der Veen

p. [5]: [Motto:]

Koken is makkelijk, maar iets lekkers voorschotelen is weer wat anders. Boon-appetit!

p. 7: Inhoud:

Droog sneetje vooraf

I Zomaar een boterham: Over brood / Over spek en smout / Over ham of boerenhesp / Over gehakt / Over kop of hoofdvlak / Over lever / Over pastei / Over soepvlees / Over uier / Over worst / Over bakken van ei / Over ei met iets bij / Over kampernoelies / Over plattekaas / Over Brusselse kaas of stinkkaas / Over kraakmeneer / Over haring / Over jonge haring of maatjes / Over zure haring en rolmops / Over gezouten boestering of wijting / Over sprotjes / Over mosselen / Over krabben, karikolen en garnalen / Over escargots / En nog wat folklore

II Wat een soep: Over soep in het algemeen / Over ajuinsoep / Over asperge-, bloemkool-, en tomatensoep / Over boonsoep en spruitjessoep / Over erwtensoep of snert / Over kervel- en waterkerssoep

III Glorie van de patat: Over nieuwe aardappels / Over tatjespap en patatterkoek / Over frieten en kroketten / Over asperges / Over boontjes/ Over nieuwe erwtjes en worteltjes / Over bloemkool / Over rodekool / Over nog eens rodekool / Over savooi / Over spruitjes / Over prei en selder / Over prinsesjes / Over schorseneren / Over spinazie / Over stamppot / Over nog eens stamppot / Over hutsepot / Over witlof of witloof

IV Het vlees is zwak: Over biefstuk / Over gehaktballetjes in tomatensaus / Over gebraden sosijsjes / Over blinde vinken / Over vogelnestjes / Over kalfsvlees / Over rosbief / Over paarderosbief / Over schapevlees / Over schaperibbetjes / Over stoverij / Over tong / Over gebakken uier / Over varkensvlees / Over bloedworst

V Boter bij de vis: Over gebakken vis / Over nog eens gebakken vis / Over fish and chips / Over rog / Over forel / Over haring braden / Over gebakken sprotjes / Over mosselen / Over paling in 't groen

VI Van den vos Reinaerde: Over gevogelte en wild / Over gebraden duifjes / Over eend / Over gebraden haantjes / Over gans en kalkoen / Over kip / Over waterzooi / Over konijn gestoofd

VII Nog wat Vlaams gebak: Over krui- of kruidkoeken / Over knoedels / Over smout- of oliebollen / Over vlaai

 

 

106 10A.18-VERDOODT (p. 110) stelt dat voorpublicaties verschenen in Vooruit vanaf 1959 tot 1972. Deze datering is onjuist. Boon schreef al eerder over eten, maar pas vanaf 20 mei 1970 in een vorm die bruikbaar was voor bundeling. In het Boontje van die datum schrijft hij: “Weet je waaraan ik gedacht heb? Aan het schrijven van eens een kookboek, met alle goede lekkere dingen die hier bij ons bestaan en waar we reeds als kinderen ons lippen bij aflikten”. In de daarna volgende Boontjes grijpt hij wel eens terug op een ouder stukje, maar dan zo summier dat deze niet als prefiguratief beschouwd kunnen worden.

Eten op zijn Vlaams is gebaseerd op ‘Boontjes’ die verschenen tussen 20 mei 1970 en 6 augustus 1971. Ze werden met elkaar in verband gebracht en ingrijpend herschreven. In de regel werd in het boek aan de titel van het oorspronkelijke stukje het woordje “Over” toegevoegd. Het rubriekkopje wordt dan hier niet genoemd.

Herkomst van de onderscheiden teksten: Droog sneetje vooraf (samengesteld uit: Kookboek, 20 mei 1970; Koken, 5 juni 1970 en Ons kookboek, 3 oktober 1970); Over brood (Gewoon brood, 7 augustus 1970); Over spek en smout (Spek, 29 augustus 1970); Over ham of boerenhesp (Boerenhesp, 22 mei 1970); Over gehakt (6 januari 1971); Over kop of hoofdvlak (Over kop, 9 januari 1971); Over lever (6 februari 1971); Over pastei (13 februari 1971); Over soepvlees (8 augustus 1970); Over uier (14 december 1970); Over worst (6 maart 1971); Over bakken van ei (Ei bakken, 11 september 1970); Over ei met iets bij (12 september 1970); Over kampernoelies (22 januari 1971); Over plattekaas (23 mei 1970); Over Brusselse kaas of stinkkaas (Stinkkaas, 22 oktober 1970); Over kraakmeneer (18 september 1970); Over haring (12 maart 1971); Over jonge haring of maatjes (Maatjes, 13 maart 1971); Over zure haring en rolmops (Zure haring, 23 oktober 1970); Over gezouten boestering of wijting (Boestering, 16 januari 1971); Over sprotjes (19 maart 1971); Over mosselen (30/31 januari 1971); Over krabben, karikolen en garnalen (Krabben, 26 december 1970); Over escargots (28 december 1970); En nog wat folklore (Folklore, 18 januari 1971); Over soep in het algemeen (Over soep, 29 oktober 1970); Over ajuinsoep (20 maart 1971); Over asperge, bloemkool, en tomatensoep (En nog soep, 27 maart 1971); Over boonsoep en spruitjessoep (Bonensoep, 26 maart 1971); Over erwtensoep of snert (Snert, 26 oktober 1970); Over kervel en waterkerssoep (Wat een soep, 2 april 1971).

De eerste drie hoofdstukjes van III Glorie van de patat (Over nieuwe aardappels, Over tatjespap en patat-terkoek en Over frieten en kroketten, werden geheel herschreven uit 4 verschillende ‘Boontjes’ (Aard-appelen (12 december 1970; Patat, 3 april 1971; Nog patat, 9 april 1971 en Laatste patat (10 april 1971)). Alle daarop volgende hoofdstukjes baseren zich weer op een cursiefje: Over asperges (7 september 1970); Over boontjes (12 oktober 1970); Over nieuwe erwtjes en worteltjes (Erwtjes en worteltjes, 19 april 1971); Over bloemkool (26 september 1970); Over rodekool (Rode kool, 17 augustus 1970); Over nog eens rodekool (3 september 1970); Over savooi (30 september 1970); Over spruitjes (19 december 1970); Over prei en selder (23 april 1971); Over prinsesjes (21 augustus 1970); Over schorseneren (7 november 1970); Over spinazie (26 mei 1970); Over stamppot (27 mei 1970); Over nog eens stamppot (24 april 1971); Over hutsepot (3 oktober 1970); Over witlof of witloof (Witloof, 22 augustus 1970); Over biefstuk (19 oktober 1970); Over gehaktballetjes in tomatensaus (In tomatensaus, 27 augustus 1970); Over gebra-den sosijsjes (Uit: Spruitjes, 19 december 1970); Over blinde vinken (4 december 1970); Over vogel-nestjes (29 april 1971); Over kalfsvlees (Kalf, 7 mei 1971); Over rosbief (3 november 1970); Over paarderosbief (Rosbief, 23 januari 1971); Over schapevlees (8 mei 1971); Over schaperibbetjes (31 oktober 1970); Over stoverij (3 juni 1970); Over tong (5/6 december 1970); Over gebakken uier (14 mei 1971); Over varkensvlees (Van het varken, 15 mei 1971); Over bloedworst (26 november 1970); Over gebakken vis (5 oktober 1970); Over nog eens gebakken vis (22 mei 1971); Over fish and chips (28 mei 1971); Over rog (27 november 1970); Over forel (21 mei 1971); Over haring braden (Haring, 12 maart 1971); Over gebakken sprotjes (29/30/31 mei 1971); Over mosselen (25 juli 1970); Over paling in 't groen (31 juli 1970); VI Van den vos Reinaerde en Over gevogelte en wild (Van de Vos Reinaerde); Over gebraden duifjes (Duifjes, 22 september 1970); Over eend (18 december 1970); Over gebraden haantjes (Haantjes, 11 juni 1971); Over gans en kalkoen (Kalkoen, 12 juni 1971); Over kip (9 november 1970); Over waterzooi (12 februari 1971); Over konijn gestoofd (30 juli 1970); Over krui- of kruidkoeken (Kruidkoeken, 19 september 1970); Over knoedels (1 februari 1971); Over smout of oliebollen (Smoutebollen, 5 februari 1971); Over vlaai (16 april 1971)

 

 

1985: 2e druk:

Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam

met een voorwoord van Johannes van Dam

[Grote ABC nr 539]

 

p. [I]: [Motto:] Als eerste druk

p. 3-5: Voorwoord Johannes van Dam

p. [7]: Inhoudsopgave [Als 1e druk]

Achterplat: ‘Wat we dringend nodig hebben is eens een boek, met daarin alle lekkere dingen die bij ons bestaan, en waarbij we reeds als kinderen de likken aflikten. Hoogstnodig, want elk jaar gaan weer tienduizenden met vakantie naar het zuiden van Frankrijk, naar Italië en Spanje als het niet nog verder is. En wat krijgen ze daar te vreten? Spaghetti, ravioli, canneloni, de nazi of bami goreng. Ja, en waarmee ze dan hoog oplopen, want het is iets uit verre landen met een gekke naam, en in het eigen straatje kan men iedereen van zijn stoel doen vallen: we hebben nazi en andere goring gegeten, hmm... lekker!

Ach, en wat was dat in feite? Een beetje rijst met wat overschot van groenten, en als je goed zoekt iets wat op vlees lijkt, ’t kunnen wel restjes zijn van een doje mus. En loempia dan, een gebakken koek met scheutjes van sojabonen, die ze in eigen land niet kwijtraken. En ondertussen denkt niemand eraan, dat we onze eigene en heel wat fijnsmakender scheutjes van de hoppeplant hebben. Hoppescheutjes of -keesjes, heb je dat ooit reeds gegeten? Nee meneer, onbekend meneer. En mijn egoïstisch tonggehemelte denkt dan soms: gelukkig maar, nu hoef ik bij de hoppeboer niet te staan smeken en bidden om een schotel scheutjes.

Zeker ook ik pakte vroeger met die vreemde namen uit: gisteren zijn we nog Hongaars wezen eten: goelasj! Of Russisch: bordsj! En om iedereen het hoofd af te slaan: Hawaiaans! Ach, en wat was dat, Hawaiaans? Een gebakken banaan. Moest je eigen vrouw je op je eigen tafel een gebakken banaan voorschotelen, je ging haar meteen een gebakken muilpeer toedienen, zodat ze “hawaai hawaai” zou beginnen te schreeuwen.

Nee, lieve mensen, we hebben zelf meer dan genoeg smakelijke en deugdelijke gerechten, waarvoor we reklaam moeten beginnen te maken. En waarvan we eens alle recepten moeten opschrijven, onder titel ‘De Ware Vlaamse Volkskeuken’. Wedden dat ze het meteen vertalen in het Frans, en het Duits, het Engels en het Italiaans? Ja, dat de Italianen dan zullen zeggen: nee, vandaag geen spaghetti bolognese, geef me maar eens Vlaamse stoofkarbonade met doorgestampte patatten, en een schuimend glas bier erbij.’

Aldus Louis Paul Boon in zijn aan duidelijkheid niets te wensen overlatende voorwoord bij Eten op zijn Vlaams

 

1996: 3e druk: [Volgens BRINKMAN 4e druk]

Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen

Paperback, 152 + I p., 12,5 x 20 cm.

 

p. [4]: Omslagillustratie: Sytze van der Zee

Omslagontwerp: Steven van der Gaauw

p. 5: [Motto:][Als 1e druk]

p. 7: Inhoud

p. [153]: Boontjes Vlaams voor Nederlanders vertaald

Achterplat: ‘Als je kookt, hoe arm of rijk je ook mag zijn, laat het dan op geen centje steken. Koop liever een paar panty’s minder, of draag er geen, en neem in ruil ervoor een kwartkilo echte boter van de boer.’

Eten op zijn Vlaams is een liefdesbetuiging aan het goede Vlaamse eten, samengesteld uit de cursiefjes die Boon schreef voor de Gentse krant Vooruit; geen kookboek met ingrediëntenlijstjes en baktemperaturen, maar aanstekelijke, humoristische verhalen over al het lekkers dat de eigen Vlaamse keuken te bieden heeft: paling in 't groen. Goudgeel en gekookte uier, zwarte worst met rodekool, stinkkaas met hete koffie, patatterkoek.

Als liefhebber verzamelde Boon de lekkerste gerechten. Als culinair zendeling schreef hij ze op: ‘Wedden dat ze het meteen vertalen in het Frans, het Duits, het Engels en het Italiaans? Ja dat de Italianen dan zullen zeggen: nee, vandaag geen spaghetti bolognese, geef me maar een Vlaamse stoofkarbonade met doorgestampte patatten, en een schuimend glas bier erbij.’

* Hij schrijft de lezer van Eten op zijn Vlaams het water in de mond. Hij dagdroomt je de keuken in. - Ben de Cocq in de Volkskrant

* Eindelijk eens een kookboek waarin iemand ook nog smakelijk weet te vertellen. Niet lezen tijdens het bereiden van de maaltijd. Aanbrandingsgevaar. - Cees van Hoore in Leidsch Dagblad

* En vlot boek waarvan je zo het water in de mond krijgt! Het Volk

 

2004: [5e druk]

ETEN OP ZIJN VLAAMS

 

Een uitgave naar aanleiding van het 25-jarig overlijden van Louis Paul Boon door de

Federatie van Vlaamse Vrouwengroepen Provincie Oost-Vlaanderen, [Gent, 2004]

Paperback, 189 p., 17 x 17 cm.

 

Franse titel: Opgedragen aan Josée Verbruggen

Vrouw, Vlaming en levensgenieten

p. [4]: Uitgeven met licentie van BV Uitgeverij De Arbeiderspers Amsterdam

Omslagfoto: Hilde Braet

Deze uitgave kwam tot stand met de steun van de provincie Oost-Vlaanderen

p. 7-11: Inhoud

p. 11-17: Geertrui Daem: Woord vooraf. Over eten op zijn Vlaams

Achterplat: Maar als Boontje schrijf ik voor de gewone lezer van Vooruit, die op de eerste bladzijde moord en doodslag en wereldbrand moet lezen. Op bladzijde twee leer ik dan de volksvrouwen hoe ze vlaaien moeten bakken, want ik kook graag, en dan kuist de volksvrouw haar pollen af aan haar schort en ze pakt een pen en ze schrijft mij: “Liefste Boontje, ik neem de pen ter hand om u te schrijven dat het lekkere vlaaien waren.” Zo’n brief doet me meer plezier dan een goeie kritiek in “Noord en Zuid” od “De Gouden Poort” of hoe heten al die boekskes.

Humo, 17 juni 1971





terug