Bibliografie > Zelfstandige publicaties


MEMOIRES VAN DE HEER DAEGEMAN


(Grote ABC nr 254)

Uitgeverij De Arbeiderspers/Em. Querido's Uitgeverij B.V., Amsterdam, augustus 1975

Paperback, 142 p., 12,5 x 20 cm.

 

p. [4]: Omslag: Wout Muller

p. [5]: Ter nagedachtenis van Willem Elsschot

p. 7: Voorwoord:

Op mijn vele wandeltochten langs het meer terzijde gedeelte van het dorp, trof me soms de aanblik van een soort negentiende-eeuws kasteeltje, bijna helemaal verborgen achter het groene warrelhout. Ik vernam dat daar de Heer Daegeman woonde. Men had niet veel in het dorp met hem op, en hij met hen nog heel wat minder. Slechts bij hoge uitzondering werd ik er toegelaten. Ik hoorde dat hij tekeningen en akwarellen maakte, meestal boslandschappen, en dat hij ook verzen schreef. Maar hij vond het niet de moeite waard me dit alles te tonen. Wel bezat hij een soort dagboek, ‘memoires’ noemde hij die, en omdat zijn leven naar zijn einde liep - zo zei hij me - mocht ik deze ‘memoires’ behouden en zelfs later publiceren.

Het is een hard en meedogenloos boek, hiervoor wil ik de lezer waarschuwen. Mocht de lektuur ervan u afschrikken, sla dan deze ‘memoires’ dicht en denk er niet meer over na. Uiteindelijk heeft iedereen onder ons zijn eigen leven en om dit leven van de Heer Daegeman gaat u misschien gruwen. Maar we moeten de harde werkelijkheid van ook dit bestaan met alle mogelijke openheid in de ogen kunnen zien.

L.P. Boon

Achterplat: ‘Het is misschien een al te hard en meedogenloos boek geworden, hiervoor wil ik de lezer waarschuwen. Mocht de lectuur ervan u afschrikken, sla dan het boek dicht en denk er niet meer over na. Uiteindelijk heeft iedereen onder ons zijn eigen leven, en om het leven van de Heer Daegeman gaat u misschien gruwen.’ Zo zegt het voorwoord dat Boon meegaf aan deze aan Willem Elsschot opgedragen roman. Het is een hard, bijtend verhaal van rampspoed, van teleurstelling en desillusie in het leven en de liefde. Boon haalde in deze ‘memoires’ weer eens duchtig de hekel over de nostalgie van die goeie ouwe tijd. Want zelfs het leven van een welgestelde ging toen van de wieg tot het graf door een onafzienbaar dal van kommer en ellende. De Heer Daegeman kan zich dan ook niet onttrekken aan de dwang neer te schrijven hoe het allemaal zo gekomen is.

Zijn vader behoort tot de laagste en armste landadel. Vergeten, weggevaagd vegeteert hij maar wat in een krot dat Kasteeltje wordt genoemd. De moeder is een hebzuchtige teef in een tot de draad versleten en gelapt kleed, een treiter, een judas, een ophitsster. De jeugd van de jongen is dan ook een kwelling die de eenvoud en de armoe van de boerenkinderen in angst en verdriet overtreft.

Het neemt nauwelijks een minder ongelukkige wending als hij in een half opgedrongen huwelijk met de varkensdochter Irina geraakt. Zijn kind wordt het slachtoffer van haar haat. En hier doorheen weeft Boon het spannende verhaal over de schat die de jonge Heer Daegeman ontdekt en wat hij er weer door verliest, en over zijn activiteiten tijdens de wereldoorlog als de Duitsers een afschuwelijke visite afleggen op het Kasteeltje.

* Wortelend in Vlaanderen en het heel eigen leven en verleden komt Boon soms tot het peil dat wereldliteratuur oplevert. - Hans Warren in de Provinciale Zeeuwse Courant

 

 

112 Een voorpublicatie verscheen in De Vlaamse Gids 59 (1975) 2 onder de titel: Memoires van Baron de Saedeleer.

 

 

1981: 2e druk: Idem





terug