Bibliografie > Zelfstandige publicaties


DE KAPELLEKENSBAAN/ZOMER TE TER-MUREN


Uitgeverij De Arbeiderspers/Em. Querido's Uitgeverij B.V., Amsterdam, [maart] 1979

Gebonden (met stofomslag), 931 p., 14,5 x 22 cm.

 

Flaptekst: In 1953 verscheen een der merkwaardigste boeken van een der merkwaardigste in de Nederlandse taal schrijvende auteurs wiens gehele oeuvre bekroond werd met de Constantijn Huygensprijs en die kandidaat staat voor bekroning met de Nobelprijs. De Kapellekensbaan is een hoogtepunt van Boons subjectieve realisme. Het is een roman en een antiroman. Het verleden haalt het heden in door een vernuftige nevenconstructie van de geschiedenis van Ondine en de werkelijkheid van de man die het boek schrijft. Een boek dat tevens en vooral de allegorie geeft van de opgang en neergang van het socialisme. Met Zomer te Ter-Muren, het tweede boek van De Kapellekensbaan, een kolos uit 1956, is dit boek wel de bijbel van een moderne anarchist genoemd.

Innerlijke versplintering, twijfel en relativisme vormen de wezenlijke problematiek. Het is een tijdsloze tijdsroman die qua inzet, structuur, en greep aansluit bij de antitraditionele anti-roman, die voor wat betreft onze eeuw de meesters vond in Kafka, Musil, Joyce en Proust. De wijze waarop Boon zich in de verschillende commentariërende figuren - Johan Janssens, Mossieu Colsson [sic], Tippetotje, et cetera - afsplitst, is van een originaliteit die in de westerse literatuur zijn weerga niet vindt. In cursieve letter loopt dan het indrukwekkende verhaal van Ondine, de vrouw uit het volk die uit de drek van de sociale ellende omhoog wil en op wie het socialisme geen vat kan krijgen.

[Vervolg achterflap:]In deze heruitgave van de originele eerste drukken staan nu weer de fragmenten over de Kongo, over Jan de Lichte, zo'n 200 pagina's over de gebeurtenissen en figuren die bij de inkortingen voor de latere drukken waren gesneuveld.

* [Zie: W.F. Hermans: 01.07-DE KAPELLEKENSBAAN, 14e druk]

* [Zie: Times Literary Supplement: 01.07-DE KAPELLEKENSBAAN]

p. [4]: Omslag: Frits Stoepman gvn

p. [5]: Inhoud

p. 7: Voorwoord

Jarenlang was het een wensdroom, de beide bij elkaar aansluitende werken De Kapellekensbaan en Zomer te Ter-Muren in een enkele band te zien verschijnen, want om de waarheid te zeggen, Zomer te Ter-Muren is in de loop der jaren als een nakomertje - nouja, een dikkerd van een nakomertje dan - beschouwd geworden. Het leek erop alsof de lezers dachten:

Godnogaantoe, we hebben die Kapellekensbaan nog steeds op de maag liggen, Zomer te Ter-Muren mag nog wel wat achterwege blijven. Toch gaat mijn liefde naar dat tweede boek, want ik voelde me bij het schrijven daarvan als op vleugelen naar de top gevoerd. Nog steeds kan ik de laatste bladzijden van de roman over Ondine en haar dochters, en de anti-roman over Tippetotje in het bos, niet herlezen zonder me af te vragen wie me bij het schrijven ervan de hand heeft vastgenomen en gezegd: Kom, sukkeltje, ik zal je wat helpen. In De Kapellekensbaan leeft het dromerige Ondineke, maar in Zomer te Ter-Muren leeft het wijf Ondine, die honderdmaal groter, duivelser en menselijker is geworden.

Nu echter gaat mijn wensdroom in vervulling en komen beide boeken in één band. En toch, hoezeer blijkt nu weer dat de dingen die in vervulling gaan nooit de dingen zijn die we ons droomden. Want graag had ik gezien dat beide boeken dan in hun tweede of derde versie verschenen - nagekeken, geschrapt, veranderd en verbeterd, op poten gesteld en in innig verband met elkaar gebracht. Want in de dagen toen de beide boeken verschenen was er nog geen belangstelling voor en stak het nog zo nauw niet, maar toen ze later plots lezers kregen, dacht ik een en ander op punt te moeten stellen - want de bekende Wubbe zei erover:

Het enige wat in uw boeken ontbreekt, is datgene wat er teveel in is. En daarom schrapte ik dan maar een hele hoop van het goede dat er teveel in was, de bladzijden die naar mijn mening eruit mochten, doch waarvan ik dacht: Ik hoop dat andere schrijvers eenmaal even goede dingen zullen maken, als deze die ik nu schrap. Doch godnogaantoe, daar waren Wubbe en de anderen daar weer niet akkoord over. Meer zelfs, er gingen stemmen op alsof ik mezelf gekastreerd had en daar nu stond zonder dinges. Want in De Kapellekensbaan schrapte ik alles over het Belgies koloniegebied, dat Kongo heette, omdat de Kongo niet meer van óns was, en dus zand erover. Ik bedoel dat deze stukken niet meer zo aktueel waren. Doch wat blijkt nu? dat ze aktueler dan ooit zijn geworden nu de Kongo de naam van Zaïre heeft gekregen.

Bovendien zei me iemand: ‘Ik vind het niet mooi, dat je er het stuk “Klotensoep” hebt uitgegooid, want daar moest ik steeds zo bulderend om lachen.’

Ook in de tweede of derde druk van Zomer te Ter-Muren leek het me noodzakelijk een en ander te wijzigen. U weet het misschien niet, maar in de jaren toen ik deze boeken aan het schrijven was, moesten we bij het noenmaal een droge haring in drie delen en had mijn zoontje een paar nieuwe schoenen broodnodig, en hierom stuurde ik zoveel mogelijk stukken en brokken van die beide boeken naar allerlei kranten, weekbladen en literaire tijdschriften. Maar om het redaktie-hoofd van de Vlaamse Gids niet te laten uitroepen ‘Hee, hij heeft het hier maar weer eens over dezelfde personages als deze waarover hij in Front schrijft’, veranderde ik de namen der personages. En zo werd de Kantieke Schoolmeester uit Front, meester Oedemaeckers in de Vlaamse Gids. Tolfpoets werd Polpoets, en Kramiek werd Andreu Mottebol.

Doch rekening ermee houdend dat vroeg of laat De Kapellekensbaan en Zomer te Ter-Muren in een enkele band zouden komen, mocht plots de kantieke schoolmeester niet meneer Oedemaeckers heten, en zorgvuldig zorgde ik ervoor dat elk personage zijn oorspronkelijke naam behield.

En verder schrapte ik ook hier een hele hoop, onder andere de bladzijden die over De bende van Jan de Lichte gingen, want door de tijd achterhaald was die Bende reeds een apart boek geworden, en wou ik de lezer geen boek opsolferen dat reeds verschenen was. En nu zeggen ook Wubbe en de anderen dat ze ook in Zomer te Ter-Muren datgene missen wat er aan het goede teveel was. Hierom zal nu de lezer in dit boek de beide integrale versies vinden, de allereerste onverbeterde en naar ze zeggen onverbeterlijke versies. De klant is koning. Misschien wil men het de volgende tien jaar weer anders, en moet datgene eruit wat erin staat, en datgene erin wat ik er graag zélf aan toevoegde. Kom, er zal altijd wel iemand zijn die het een meesterwerk vindt, hoe dan ook, zoals er altijd iemand zal zijn die het toch maar niets vindt. Een zee, een plas, een chaos, een bak specie die van een stellage naar beneden kwakt. LPB

 

 

1979 [augustus]: 2e druk: Idem

 

1980: 3e druk: Idem





terug