Bibliografie > Zelfstandige publicaties
DE LIEFDE VAN ANNIE MOLS/ALS HET ONKRUID BLOEIT
Uitgeverij De Arbeiderspers/Em. Querido's Uitgeverij B.V., Amsterdam, 1979 Gebonden (met stofomslag), 634 p., 14,5 x 22 cm. Flaptekst: In het Louis Paul Boon-boek dat in 1965 verscheen staat als nummer 39 vermeld: ‘De liefde van Annie Mols’ van Lew Waitmans, vermoedelijk in 1956 verschenen bij De Vlam in Gent. De vlam was een weekblad en De Liefde van Annie Mols wa[s] dus een feuilleton in de vorm van afzonderlijke, wekelijkse afleveringen. Het verhaal bevatte al de kern van Het nieuwe onkruid, het verhaal over twee jonge meisjes die uit liften gaan (en later terecht zullen komen in het door Boon herschreven Als het onkruid bloeit). De voornoemde vermelding in het Boonboek is overigens fout. De Liefde van Annie Mols verscheen in 1959, als boek, en dat jaar draaide het mee in De Vlam. De Liefde van Annie Mols is zowel als feuilleton en als boek verslonden. Het was een volksboek, een realistische droomroman waarin zeker elementen van klatergoud niet werden geschuwd maar waarin toch de snelle, kleurrijke, realistische verteltrant voor een grote boeikracht zorgde. Twee meisjes, Annie Mols en Liesje Winters, worden liftend opgepikt door de fabrikant Philip van Dongen. Philip wil het contact met Annie Mols voortzetten, Liesje kent Philips zoon, Albert, nog van vroeger. Met de twee rauwe makkers Marc en Tom besluiten Annie Mols en Liesje tot een complot. Men wil de vader van Philps [sic] jaloers maken op zoon Albert en omgekeerd. De bedoeling daarvan is in het bezit van enige franken van fabrikant Van Dongen te komen. Stof genoeg voor allerlei verwikkelingen en complicaties. De door Boon nadrukkelijk toegespitste Lolita-situatie - het boek Lolita van Nabokov komt in de roman trouwens nadrukkelijk ter sprake - wordt door Annie Mols naar een voorspoedig [vervolg achterflap:] einde geholpen. Later zal Boon met deze obsessie van de krankzinnig verliefde oudere man afrekenen in Het nieuwe onkruid, later herschreven tot Als het onkruid bloeit. * [Zie: Moderne encyclopedie der wereldliteratuur: 01.37-RESERVAAT, 2e druk] p. [4]: De liefde van Annie Mols verscheen van 16 mei 1959 tot en met 12 september 1959 in achttien wekelijkse afleveringen bij De Vlam te Gent onder het pseudoniem Lew Waitmans. Als het onkruid bloeit verscheen in 1972 als Grote ABC bij Uitgeverij De Arbeiderspers/Em. Querido's Uitgeverij B.V., en werd in 1973 herdrukt. Omslag: Frits Stoepman, gvn p. 5: Inhoud p. 7: Van De liefde van Annie Mols naar Als het onkruid bloeit De lezer treft in dit boek twee romans aan. In de eerste roman maken we kennis met De liefde van Annie Mols. Gewoon broodschrijverij, als ik het bekennen mag. In tien dagen getrommeld op de schrijfmachine en dan naar de krant die het als feuilleton publiceert. Nouja, ik weet het het, is keukenmeidenliteratuur, doch het ging niet om de literaire waarde, maar om wat de krant ervoor kon betalen. Nauwelijks het zout voor de aardappelen. Het gaat over Annie Mols en Liesje Winters, twee aankomertjes die in een andere stad school lopen en langs de grote weg liften. Tot dan de heer met de grijze slapen hen meeneemt. En hij en Annie Mols zo een beetje met elkaar te doen krijgen. Zelf weet ik niet zo best meer hoe het afloopt, maar buurvrouw zei me indertijd dat ze met spanning uitkeek naar het einde. Ze wou, zei ze, nóg feuilletons lezen van die Lew Waitmans. Tóch bestonden de beide meisjes, en ze werden vriendinnetjes omdat ik over hen beiden leuke cursiefjes in de krant pleegde. Dat gebeurde toen ik geen feuilletons meer hoefde te trommelen. En weer wat later schreef ik een apart verhaal over Annie Mols, die de naam ‘Tania’ kreeg, want ze was het dochtertje van een Russische vrouw die in ons land woonde. Het verhaal verscheen in het literaire tijdschrift De Vlaamse Gids en het werd algemeen gewaardeerd. Ik probeerde het ook met Liesje Winters, die in werkelijkheid een jeugdliefde van mijn zoon was geweest. Maar dat verhaal werd niet zo goed, omdat ik bij het schrijven teveel aan beide handen gebonden lag. Toen herwerkte ik alles opnieuw, en Annie Mols die Tania heette, gaf ik de naam Elke. En de meneer met grijze slapen werd een parodie van mezelf, die ik Meneerke Boin noemde. En Liesje Winters werd Greetje, die zich door iedereen liet berijden en dan ook de Witte Fiets werd genoemd. Zo ging het feuilleton De liefde van Annie Mols over in het ietwat mislukte boek Het nieuwe onkruid, waarvan alleen de titel goed was - in Brussel opende men meteen een artiestenkroeg die ze ‘Het Nieuwe Onkruid’ noemden - en dat boek herschreef ik dan maar nogmaals onder de titel Als het onkruid bloeit. De kritiek heeft er weinig lovends over gezegd, maar honderden jonge mensen in nood hebben zichzelf erin herkend en velen onder hen schreven me brieven. Dat is het voornaamste. Buurvrouw vond De liefde van Annie Mols, van een zekere Lew Waitmans, heel mooi. En vele jonge meisjes die het niet meer zagen zitten, grepen naar Als het onkruid bloeit. De lezer vindt hierin nu de beide boeken pal naast elkaar. ‘Het is wel interessant na te gaan, hoe uw werken ontstaan’, zei mijn uitgever. Ikzelf vond het niet interessant, maar ja - uitgevers hebben zo van die vreemde ideeën. Lew Waitmans en L.P. Boon p. [9]: [Titelblad] De liefde van Annie Mols p. 11: De liefde van Annie Mols p. [427]: [Titelblad] Als het onkruid bloeit p. [428]: Onkruidvorming: tegen groei en verspreiding van ongewenste plantengroei moeten maatregelen genomen, op indirekte wijze door verhindering van onkruidzaadvorming, op direkte wijze door vernietiging van groeiend onkruid door eggen, wieden, schoffelen of over het veld verspreiden van een chemische stof die kultuurgewas ongemoeid laat, doch het onkruid doodt. Nieuwe Winkler Prins Encyclopedie p. 429: [Proloog] p. 431: Brief aan mijn echtgenote p. 435: 1. Een jeugdliefde p. 457: 2. Een grijze ochtend p. 477: 3. Een ongelukje p. 499: 4. Een treinvriendinnetje p. 511: 5. Een gevecht p. 525: 6. Een kloot p. 538: 7. Een fiets p. 558: 8. Een vreemde eend p. 572: 9. Een avondje uit p. 588: 10. Een babbeltje p. 599: 11. Een dolle nacht p. 613: 12. Een weinig poëzie p. 624: 13. Een feestje [Zie 01.31-DE LIEFDE VAN ANNIE MOLS en 01.50-ALS HET ONKRUID BLOEIT]
|