Publicaties

Uitgaven Door Derden

Verzameld Werk deel 8 - De bende van Jan de Lichte / De zoon van Jan de Lichte.

Woensdag 4 April 2007

Geïllustreerd door W.L. Bouthoorn.

Teksteditie en nawoord Kris Humbeeck, Britt Kennis, Ernst Bruinsma e.a.

Uitgeverij De Arbeiderspers, 2007, 426 p.

Een bespreking van deze uitgave is te lezen in Boelvaar Poef jaargang 7, nummer 2-3 (september 2007), p. 142-152

Pagina bij het Booncentrum over dit deel van het Verzameld Werk

Recensie door Jan van Aken voor NRC:

De grote ontregelaar achter het masker 

Verzameld Werk deel 1 - De avend vraagt u / 3 mensen tussen muren / De voorstad groeit

Woensdag 17 Oktober 2007

In het eerste deel van het Verzameld Werk wordt Boons officiële debuut voorafgegaan door twee oudere werken. De band opent met een vroeg kort verhaal getiteld De avend vraagt u uit 1933. Pas in 2001 werd deze tekst ontdekt. 3 mensen tussen muren uit 1941 is een roman in lino’s: Boon maakte zelf linosneden en voorzag ze van begeleidende teksten. Pas in 1969 werd deze lino-roman officieel uitgegeven in een facsimilé-editie.

Met De voorstad groeit brak Boon door als schrijver. Hij won er in oorlogstijd de Leo J. Krynprijs mee en het boek werd uitgegeven door Manteau in 1943.

Teksteditie en nawoord Kris Humbeeck, Britt Kennis, Ernst Bruinsma e.a. Uitgeverij De Arbeiderspers, 2007, 466 p.

Pagina bij het Booncentrum over dit deel van het Verzameld Werk

Besprekingen van deze uitgave zijn te lezen in Boelvaar Poef Jaargang 7, nummer 4 (december 2007), p. 79-82 en in Boelvaar Poef Jaargang 9, nummer 1 (maart 2009), p. 11-23

Het leven zelf. Over Louis Paul Boon als romanvernieuwer

Woensdag 5 December 2007

A.M.A. van den Oever.

Uitgeverij Wever & Bergh, Antwerpen 2007, 144 blz.

A.M.A. van den Oever biedt in haar nieuwste boek, Het leven zelf, een prikkelend inzicht in Louis Paul Boon als romanvernieuwer. Zij start met de vraag waarom er zo’n ongerijmde tegenstelling bestaat tussen de grootheid van de romanschrijver Louis Paul Boon, wiens magistrale romans internationaal worden geroemd, en de merkwaardige, reducerende, biografische interpretaties waarop hij in zijn eigen taalgebied met enige regelmaat is getrakteerd.

Zij zoekt het antwoord in Boons verkeerd begrepen zogenaamde primitieve ‘Vlaams’ en zij analyseert wat zij zijn geraffineerde pseudo-primitieve stijl noemt in het licht van de groteske traditie (Kafka, Van Ostaijen, Gogol) en de radicaal sceptische traditie van Nietzsche.

In het voorbijgaan formuleert zij een nieuwe visie op de figuur ‘Boontje’, in wie velen de gestalte van de kleine schrijver zelf hebben willen zien. Tenslotte schetst zij de relatie van dit quasi-komische figuurtje tot zijn grote schepper, Boon. Resulteert in een nieuw inzicht in Boons grote romans over De Kapellekensbaan, in zijn cursiefjes, de Boontjes, en in Boons grote historische romans over Vlaanderen.

Het essay wordt gevolgd door een gesprek met Paul de Wispelaere.

Een bespreking van deze uitgave is te lezen in Boelvaar Poef jaargang 8, nummer 1 (maart 2008), p. 67-77

gevolgd door antwoorden en reacties:

Boelvaar Poef jaargang 9, nummer 1 (maart 2009), p. 31-41

Boelvaar Poef jaargang 9, nummer 2-3 (september 2009), p. 123-125

Preview van de Engelse vertaling: 

Life itself: Louis Paul Boon as innovator of the novel