|
|
Bibliografie > inleiding
De vraag of Louis Paul Boon binnen ons taalgebied de belangrijkste auteur van de twintigste eeuw was, valt niet objectief te beantwoorden. Welk meetlint, welke indeling zou men moeten gebruiken? Het is ook niet de vraag die de bibliograaf heeft te beantwoorden. Voor hem geldt slechts de vraag of de auteur interessant genoeg is om vele jaren te besteden aan een poging diens gehele oeuvre in kaart te brengen. En aldoende aandacht te vragen voor de bestudeerde auteur.
Boon is ongetwijfeld één der meest belangwekkende schrijvers van deze eeuw. Wellicht van al die eeuwen waarin onze taal in schrift werd gebruikt. Vergelijkingen met andere schrijvers werden en worden nog gemaakt, maar niet altijd met verwijzing naar de diversiteit en complexiteit van zijn werk tegenover dat van andere auteurs. Dat zal ook hier niet gebeuren. De verdienste van een bibliografie moet liggen in het zo volledig mogelijk vastleggen van al het ter zake doende van en over een auteur. De lezer/gebruiker mag zich mét de samensteller verbazen. Omvang, breedte en diepte van het oeuvre van Boon leiden onvermijdelijk tot vragen, vragen over hemzelf en naar zijn plaats tussen andere auteurs.
Mogelijk was de humor van andere schrijvers groter of geraffineerder, maar sprak daaruit ook Boon's bitterheid en cynisme? De eenzaamheid van de mens heeft een ander misschien beter beschreven, maar wie kan dit als Boon paren aan de wens en de hoop op opheffing ervan? Betere historici waren er zeker, maar ook betere geschiedschrijvers? Mogelijk schreven sommigen die walgden van deze wereld beter, maar schreven ze ook met zoveel liefde voor -, en mededogen met de mens als slachtoffer van die wereld? Wie paarde agressiviteit zozeer aan tederheid? Wie kon als geen ander de wereld haten, maar niet de bossen erop én de jonge meisjes, zonder in tegenspraak met zichzelf te komen?
Het door Boon beheerste scala van emoties treft men in geen enkel ander oeuvre aan. Zelfs niet bij Multatuli, met wie hij een aantal keren werd vergeleken. In ons taalgebied wordt hij in gekozen stijlvormen, onderwerpen en vertalingen overvleugeld door Theun de Vries, die naast de door Boon beoefende genres ook een taalkundig werk, een detective en biografieën schreef.
Toch is het moeilijk in elk der door Boon gekozen genres een evenknie aan te wijzen. Presser's geschiedschrijving Ondergang ontroert en verbijstert; De Vries' W.A.-man maakt begrijpelijk hoe iemand een verkeerde politieke keus kan maken; Vestdijk’s De vuuraanbidders behandelde de Tachtigjarige Oorlog, die ook onderwerp is in Boon's Geuzenboek
De uitzichtloosheid van het leven aan de onderkant, als in Boon's De Voorstad groeit, de teloorgang van een utopie, als in Vergeten straat; het zijn onderwerpen die andere groten ook hebben aangesneden. Maar wie brengt als Boon zijn lezer tot woede, tot het inzicht dat het zo niet kan en mag “in deze wereld van barbaren”? En nog altijd.
Voor een beter zicht op een schrijver, zijn ontwikkeling, de perioden in zijn auteurschap is een bibliografie een onontbeerlijk hulpmiddel. En: een neutraal middel ook. Ze brengt immers feiten, al dan niet voorzien van aanvullingen daarop. Zeker is dat nuttig bij de titels van deze schrijver in het begin van zijn carrière.
Opzet was te komen tot een beschrijvende bibliografie, die voor de wetenschappelijk onderzoeker, de verzamelaar, de liefhebber van Boon én die van de bibliografie, van waarde is. Dat betekende evenwel dat ook naar al die kanten, ten nadele van een der anderen, concessies gedaan werden zonder echter evenwel de exactheid van de gegeven informatie in gedrang te brengen. Bij een zo gedetailleerd werk als nu voorligt moest soms ook voor minder fraaie typografische oplossingen gekozen worden om de leesbaarheid te vergroten en de gevonden informatie zo evenwichtig mogelijk weer te geven.
|
|
|
|