Bibliografie > Zelfstandige publicaties


WAPENBROEDERS


Een getrouwe bewerking der aloude boeken over Reinaert en Isengrimus

N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam, MCMLV [= 1955]

Gebonden (met stofomslag), 236 p., 13,5 x 20,5 cm.

 

Flaptekst: Het idealisme is een lucratieve zaak voor allen die er een grijpstuiver aan willen verdienen, en de goedwillenden leggen in dat spel steevast het loodje - dit is een bittere grondwaarheid van het Reinaert-verhaal. De vos is sluw en strijdbaar uit harde noodzaak, want zie hoe Isengrimus, de eeuwige ‘underdog’ altijd de stukken op het hoofd krijgt in het heerlijke rijk van koning Nobel, waar wel vele zalvend schone woorden worden gesproken, maar alleen om het recht van bek en klauw alsnog tot iets moois te maken.

De Vlaamse romanschrijver Louis Paul Boon geeft van deze oude verhalen moderne en hoogst persoonlijke bewerkingen. En zozeer heeft hij zich met de geest ervan vereenzelvigd, dat de gang van het oorspronkelijke verhaal bij hem ongemerkt kan overgaan in allerlei toespelingen op hedendaagse toestanden. De plastische, snijdend satirische zeggingskracht en de boertige galgehumor blijven onder zijn handen even werkzaam, ook als wij al lang niet meer weten of de gebeurtenissen zich nu eigenlijk afspelen in het middeleeuwse dierenrijk danwel in Boontjes eigen wereld: het ‘Nobelgië’ van onze dagen.

Een gedeelte van deze reinaerdieën heeft de schrijver reeds verwerkt in zijn roman ‘De Kapellekensbaan’ dit bewijst hoezeer zij uitdrukking geven aan de meest wezenlijke inzichten en gevoelens van de auteur.

p.[5]: [Opdracht:] Voor GASTON BURSSENS

[Proloog:]

Hem vernoeide soo haerde

Dat die aventure van reinaerde

In dietsche was onvulmaket bleven...

WILLEM, DIE MADOCKE MAKEDE

p. 7: Inhoud:

p. [11]: Het begin

p. 13: De middeleeuwen van vroeger en nu

p. 15: Het evangelie van den reinaert

p. [17]: Boek I

p. 19: Hoe de jacht begon

p. 22: Hoe isengrimus de buit niet goed verdeelde

p. 25: Het isengrimus de republiek der Vrijen opvatte

p. 28: Hoe de boer zijn baken kwijtraakte

p. 31: Hoe reinaert met het varkensvlees werd bedrogen

p. 36: Hoe tibeert de worst heilig verklaarde

p. 41: Hoe tibeert aan de pape ontsnapte

p. 45: Hoe reinaert de psalmen wou leren zingen

p. [49]: Boek 2

p. 51: Hoe hermeline een vreemde droom verklaarde

p. 54: Hoe reinaert de kraai als morgenmaal gebruikte

p. 57: Hoe reinaert zijn baken terugnam

p. 60: Hoe reinaert een wonderbare visvangst deed

p. 62: Hoe isengrimus eveneens de visverkopers wou misleiden

p. 65: Hoe isengrimus zich de monnikskruin liet scheren

p. 67: Hoe isengrimus met zijn staart wou vissen vangen

p. 69: Hoe isengrimus met de visvangst niet kon ophouden

p. 73: Hoe isengrimus zijn staart kwijtraakte

p. 77: Hoe isengrimus landmeter werd

p. [81]: Boek 3

p. 83: Hoe isengrimus de bedevaart kwam storen

p. 87: Hoe isengrimus door de bedevaarders werd verjaagd

p. 91: Hoe reinaert een misplaatste redevoering hield

p. 94: Hoe reinaert de vredeskus aanbood

p. 97: Hoe reinaert reeds tevreden was met de kaas

p. 101: Hoe reinaert de godsvrede afkondigde

p. 104: Hoe isengrimus in het gat bleef steken

p. 108: Hoe isengrimus de heilige mis deed

p. 111: Hoe isengrimus de klokken luidde

p. 113: Hoe reinaert en zijn compeer in den put geraakten

p. 117: Hoe isengrimus monnik werd

p. 120: Hoe isengrimus tot bisschop werd gewijd

p. 123: Hoe reinaert huis hield in het huis van isengrimus

p. 126: Hoe isengrimus het overspel te weet kwam

p. [129]: Boek 4

p. 131: Hoe isengrimus zijn aanklacht deed

p. 135: Hoe nobeline een geheime zitting hield

p. 139: Hoe de stier aan het woord kwam

p. 143: Hoe de das de zaken ingewikkeld maakte

p. 147: Hoe hersinde een deel der waarheid zei

p. 150: Hoe carcofas een en ander over een en ander zeggen moest

p. 152: Hoe coppe werd begraven

p. 155: Hoe coppe heilig werd verklaard

p. 158: Hoe bruun de beer teveel honing vrat

p. 163: Hoe tibeert vreemde muizen vangde

p. 167: Hoe reinaert eerst zijn biecht sprak

p. 171: Hoe cuwaert de eerste steen wierp

p. 174: Hoe reinaert voor geneesheer speelde

p. 177: Hoe isengrimus werd gestroopt

p. [181]: Boek 5

p. 183: Hoe reinaert de ring kreeg van nobeline

p. 187: Hoe reinaert de schoenen van hersinde nam

p. 191: Hoe men reinaert kruis en staf overhandigde

p. 194: Hoe reinaert zich op weg begaf naar rome

p. 197: Hoe belijn de prijs van dichtkunst won

p. 201: Hoe reinaert overmoedig werd

p. 205: Hoe isengrimus de relikwie van de hengst kuste

p. 209: Hoe reinaert de kraanvogel verschalkte

p. 213: Hoe isengrimus zijn onschuld zwoer

p. 216: Hoe isengrimus sterven moest

p. [221]: Slot

p. 223: Hoe reinaert een eed deed op de tanden van roniaen

p. 227: Hoe reinaert zich nog uit de put wist te werken

p. 230: Hoe reinaert een schat aan nobel schonk

p. 234: Hoe een ledig gat toch een schat kon bergen

 

 

047 Paul de Wispelaere [in: 10B.47-RESTANT (p. 175-176)]: ‘De definitieve tekst is ontstaan uit een aantal partiële voorpublikaties [...] De eerste aflevering van Boons Reinaertverhalen stond op 11 juli 1946 te lezen in De Roode Vaan. De titel ervan is ‘Donkere tijd’ [...] Dit stukje werd herhaald op 25 augustus 1946 in [...] Front, en was daar het begin van een reeks van 23, die afgesloten werd op 23 februari 1947 [...] Die hele reeks werd, met een aantal karakteristieke wijzigingen, herdrukt in het vierde nummer van de eerste jaargang (1950) van Tijd en Mens, onder de titel ‘Dit is een kleine bewerking van Van den Vos Reinaerde door boontje, die zichzelf veel meer de isengrimus voelt’ Het jaar daarop, op 15 juni 1951, verscheen in het dagblad Vooruit één enkele Reinaertkroniek, opnieuw onder de titel ‘Donkere tijd’[...] De derde jaargang, april 1952, van Tijd en Mens bracht een reeks van twaalf Reinaert-stukjes onder de titel ‘De laatste avonturen Van den Vos Reinaerde’ Op twee na zijn er vrijwel ongewijzigd terug te vinden in het vijfde Boek en het slot van de roman. En tenslotte publiceerde het Nederlandse tijdschrift Podium (mei-juni 1952) een reeks van elf stukjes onder de titel ‘Een getrouwe bewerking van Van den Vos Reinaerde en den wolf Isengrimus’ Enkele ervan zijn een letterlijke herhaling van de Tijd en Mens-stukjes uit het jaar voordien, en de andere vormen de eerste voorpublikatie van de overeenkomstige uit ‘Boek 1’ en ‘Boek 2’ van Wapenbroeders.

Naast al deze tijdschriftversies nam Boon ook een deel van zijn Reinaertverhalen op in zijn roman De Kapellekensbaan [...] Het betreft hier drieëntwintig hoofdstukjes, die grotendeels overeenstemmen met de Reinaert-stukjes uit het weekblad Front.’

10A.18-VERDOODT (p. 54) noemt het kamertoneelstuk 04.007-REINAERT DE VOS, dat Boon samen met Tone Brulin schreef in 1952, tevens prefiguratief.

 

 

1968: 2e druk:

Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam

(Grote ABC nr 106)

Paperback, 236 p., 12,5 x 20 cm.

 

p. [4]: Omslag: Helmut Salden

p. [5]: [Opdracht en motto][: als 1e druk]

p. 7-9: Inhoud

Achterplat: In het tijdschrift ‘Front’, waarvan Louis Paul Boon tot 1950 redactiesecretaris was, schreef hij na zijn breuk met de communistische partij zijn Reinaert-stukjes, die in 1955 omgestookt werden tot deze ‘WAPENBROEDERS’, de getrouwe bewerking der aloude boeken over Reinaert en Isengrimus.

Het was, behalve een in Vlaanderen niet best onthaalde snijdende satire op Belgische toestanden - Nobelgië! - een volgens de auteur haast natuurgetrouwe beschrijving van de communistische partij in België. De bittere grondwaarheid van het Reinaert-verhaal - dat idealisme vaak misbruikt wordt om geld mee te verdienen, dat goedwillenden steevast het loodje leggen - heeft aan actualiteit weinig ingeboet. Nog altijd krijgt Isengrimus, de eeuwige underdog, de stukken op het hoofd in het rijk van koning Nobel, waar zalvende woorden iets moois moeten maken van de werkelijkheid, waarin het recht van bek en klauw heerst, en de vos uit harde noodzaak wel een strijdbare sluwheid aan de dag móét leggen.

 

[1976: 3e druk]:

Knippenberg's uitgeverij, Utrecht [= Barneveld]

(BulkBoek 39)

Losbladig [gedrukt in de lengte, gevouwen], 31 + I p., illustraties, 21,5 x 27 cm.

 

p. 1: Martin Schouten: Louis Paul Boon

p. 4: Boek I

p. 7: Boek II

p. 11: Boek III

p. 17: Boek IV

p. 24: Boek V

p. 29: Slot

p. 31: Bibliografie

p. [32]: [Voorplat en uitgeversinformatie]

 

1977: 3e [=4e druk]:

Uitgeverij De Arbeiderspers/Em. Querido's Uitgeverij BV,

Amsterdam

(Grote ABC nr 106)

Paperback, 236 p., 12,5 x 20 cm.

 

[Als 2e druk][Wijziging:]

p. [4]: Omslag: Wout Muller

 

1990: [= 5e] druk in: 01.83-DE KAPELLEKENSBAAN/EROS EN DE EENZAME MAN/WAPENBROEDERS/HET NIEUWE ONKRUID/

90 MENSEN

 

1990: [= 6e] druk: Idem

 

2000: 5e [=7e druk]:

Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen

Paperback, 236 p., 12,5 x 20 cm.

 

[Als 2e druk][Wijzigingen:]

p. [4]: [Drukgeschiedenis][Foutief]

Omslagontwerp: Bart Oppenheimer

Omslagillustratie: Reinaert de vos als monnik met pelgrimsstaf (uit het livre d'heure van Maria van Bourgondië)/Cod Vindob-nensis 1857, bl. 59 in de Oostenrijkse Nationale Bibliotheek, Wenen

p. [10]: [Motto]

Achterplat: In het tijdschrift Front schreef Boon na zijn breuk met de communistische partij zijn Reinaert-stukjes, die in 1955 bewerkt werden tot deze Wapenbroeders, een getrouwe herschepping van de aloude verhalen over Reinaert en Isengrimus. Het boek was daarnaast een in Vlaanderen niet best onthaalde satire op Belgische toestanden (Nobelgië). En volgens Boon zelf was het ook nog eens een haast natuurgetrouwe beschrijving van de communistische partij in België.

De bittere fundamentele waarheid van het Reinaert-verhaal - dat idealisme vaak misbruikt wordt om geld mee te verdienen, dat goedwillenden steevast het loodje leggen in de ‘republiek der negatie’ - heeft zelfs vijftig jaar na dato weinig aan actualiteit ingeboet. Nog altijd krijgt Isengrimus, de eeuwige underdog, de stukken op het hoofd in het rijk van koning Nobel, waar zalvende woorden de werkelijkheid een draaglijk aanzien moeten geven en de vos uit bittere noodzaak wel een strijdbare sluwheid aan den dag móet leggen.

Louis Paul Boon (1912-1979) behoort tot de grootste Nederlands-talige schrijvers van de vorige eeuw.

* Boeken als De voorstad groeit, Mijn kleine oorlog, De Kapellekensbaan, Menuet, Zomer te Ter-Muren en Pieter Daens worden als hoogtepunten in de Nederlandse literatuur gezien. Wapenbroeders en De paradijsvogel, kunnen daar gemakkelijk aan worden toegevoegd. - Jos Muyres in NRC Handelsblad





terug