Bibliografie > Bijdragen in boeken


BOON-APARTJES


Aforismen, citaten en uitspraken van Louis Paul Boon

verzameld door Gerd de Ley

(Zwarte Beertjes 1444)

Bruna, Utrecht, 1971

Pocket, 68 p.

 

p. [4]: Omslag Dick Bruna/Typografie Paul Groenendaal

p. 5-6: C.J.E. Dinaux: Louis Paul Boon

p. 7-8: Boontje: Woord vooraf

p. 9: Schrijven moet een daad zijn die los van de wil staat.

Als een diepe oceaanstroming moet het woord uit eigen impuls naar boven komen. Een kind heeft geen behoefte aan schrijven, het is onschuldig. Een man schrijft om het gif kwijt te raken dat hij vanwege zijn onechte levenswijze in zich verzameld heeft. Hij tracht zijn onschuld terug te krijgen, maar het enige waarin hij (door te schrijven) slaagt is de wereld in te enten met het virus van zijn ontgoocheling.

Henry Miller (Sexus)

p. 10-64: [Per boek gerangschikte citaten en uitlatingen in interviews]

p. 65-67: Bronvermelding

Achterplat: Louis Paul Boon schrijft in het Woord vooraf: ‘Gerd de Ley uit Mortsel is een meneer die aforismen en gekke of minder gekke uitspraken verzamelt. Hij haalt die waar hij ze krijgen kan, zelfs uit de stukjes van uw dienaar. Het zijn er een heel pak geworden, en als ik ze nu zelf herlees verschiet ik ervan, zoveel geleerde dingen uit mijn botten te hebben geslagen.’

De lezer hoeft overigens voor te véél ‘geleerde dingen’ niet te vrezen. Boontje herkent in verschillende aforismen zijn grootvader (vooral de ‘erg ondeugende’, zegt hij) en zijn vrouw, maar ook zijn eigen uitspraken zijn eerder wijs (of goed gek) dan geleerd. Bij het scheren heeft hij eens be-dacht: ‘Ik weet wie ik ben, maar ik zie het niet graag in de spiegel weerkaatst.’

Nou, als een citatenboek de spiegel is van een schrijver, dan zal géén lezer het met die uitspraak eens zijn.





terug