Bibliografie > Zelfstandige publicaties


LOUIS PAUL BOON DE BENDE VAN JAN DE LICHTE


Een bandietenroman uit de jaren 1700

Geïllustreerd door W.L. Bouthoorn

N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam, [januari] MCMLVII [= 1957]:

[2e, gewijzigde] druk 061)

(Arbo) 062)

Gebonden (met stofomslag), 247 p. + [18] illustraties, 13,3 x 20,7 cm.

 

Flaptekst: In het midden van de achttiende eeuw doet Jan de Lichte, de onverschrokken zoon van een kroegbaas, een poging om de tienduizenden landlopers, dieven, bedelaars, zigeuners en paupers van Vlaanderen te organiseren tot een min of meer geregeld leger onder de leuze ‘allen voor een, een voor allen’. Aanvankelijk slaagt de opzet. De bende groeit en wordt gevreesd, de solidariteit schijnt tot wonderen in staat te zijn. Kastelen en postkoetsen worden volgens plan geplunderd en ook de Franse soldaten van Lodewijk de Vijftiende, die het land uitzuigen, voelen de zweep van de wraak. Maar tegenslag steekt de kop op. Dwarsdrijvers in eigen kring keren zich tegen het ‘idealisme’ van Jan de Lichte, trekken voor eigen rekening op roof uit en trachten hun luchthartige leider een beentje te lichten; veemgerichten wekken slechts nieuw verzet. Trouwe aanhangers komen in de folterkerkers van de Franse politie terecht, verraad tiert welig. De sadistische en dubbelhartige politiechef Baru zet met succes aan tot zinloze gewelddadigheid, om straks des te zekerder te kunnen toeslaan. De bende loopt Jan de Lichte uit de hand, hij ziet zijn droom ondergaan in bloed en chaos. De zwierige Klijster Licht van weleer wordt een verbitterde bandiet, die tenslotte nog slechts denken kan aan de verdelging van zijn persoonlijke vijanden. Zijn einde, en dat van zijn bende, komt op de markt van Aelst, waar galg en rad staan opgericht. Maar zijn laatste kreet is de honende bargoense kreet van de rebellie: ‘Voor geen chanterik peu!’ - ‘Voor geen politiehond bang!’

De grote en verbluffend veelzijdige schrijver Louis Paul Boon is

[vervolg achterflap:] hier in de eerste plaats een meeslepend verteller. Het boek is een en al kleur en beweging, vaak van een gruwelijke schoonheid - mensen en gebeurtenissen schijnen zich te verdringen in de vaart van het driftig vertelde verhaal. Het is een spannende schelmenroman maar tegelijkertijd méér dan dat, omdat ook hier weer de stem te beluisteren valt van een schrijver die één is met de verdrukten van alle tijden.

Stofomslag: W.L. Bouthoorn en Helmut Salden

Band: Helmut Salden

p. [3]: Titel [Toegevoegd ondertitel:] Een bandietenroman uit de jaren 1700

Illustraties W.L. Bouthoorn

p. [5]: [Opdracht:] Voor Richard Minne

p. 7: Inhoud:

p. 9: I. De Brusselaar

p. 22: II. Te Velsiecke

p. 33: III. ‘In Het Kruisken’

p. 48: IV. ‘De Honger’;

p. 64: V. Het gevecht met de Waal

p. 83: VI. De aanslag op de postkoets

p. 99: VII. Aanval op het kasteel

p. 122: VIII. Een veemgerecht

p. 139: IX. Kermisdagen

p. 164: X. Een andere wereld

p. 178: XI. In het Raspalje-woud

p. 197: XII. Onder de zwarte vlag

p. 222: XIII. Ik ben een bandiet!

p. 236: XIV. Als het uur geslagen is

 

 

060 Verantwoording: zie 01.08-DE BENDE VAN JAN DE LICHTE.

061 Daar in deze editie niets over de drukgeschiedenis vermeld wordt heeft menigeen deze editie als eerste druk bestempeld. De tekst werd ten opzichte van de ‘echte’ eerste druk aanzienlijk gewijzigd.

062 Soms abusievelijk aangegeven als Grote ABC nr 19.

 

 

1965 [januari]: 2e [= 3de] druk:

ABC-boeken, Amsterdam, MCMLXV [= 1965]

(Grote ABC nr 19)

Paperback, 247 p., 13 x 21 cm.

 

p. [4]: Omslag: W.L. Bouthoorn en Helmut Salden

Achterplat: De langverbeide herdruk van een grootse bandietenroman. Het barokke verteltalent van Louis Paul Boon schittert hier op zijn best. In het midden van de achttiende eeuw duiken de Vlaamse ‘bokkenrijders’ van Jan de Lichte op, om een kort, maar bloedig spoor in de Vlaamse historie te trekken.

Jan de Lichte is de onverschrokken zoon van een kroegbaas. Om deze historische figuur hangt een waas van legende en fantasie, maar Boon zet hem raak en recht voor ons neer als de op drift geraakte idealist. De ronde schelm Jan de Lichte, die dieven, landlopers en bedelaars bij duizenden verenigt tot een geregeld leger! Zij plunderen kastelen en postkoetsen volgens plan en verdelen ruimschoots van de buit onder de armen. Het leger en de politie van Lodewijk XV krijgen gelegenheid deze rebellie - met sociaal-revolutionaire trekken - te onderdrukken als sommige bendeleden zich tégen de leiding van Jan de Lichte verzetten en op eigen houtje gaan opereren.

De sadistische politiechef Baru en de zijnen kunnen hun werk van foltering en veroordeling tenslotte voltooien. Galg en rad rijzen boven het land van Aelst. Op één dag worden honderden terechtgesteld. De droom van Jan de Lichte is ondergegaan in vuur en bloed. Een spannende schelmenroman en méér dan dat alleen. De illustraties zijn van de Haagse schilder Bouthoorn.

 

1967 [februari]: 3e [= 4e] druk:

N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam, verder idem

 

1970 [= januari 1971]: 4e [= 5e] druk: Idem

 

1972 [oktober]: 5e [= 6e] druk: Idem

 

1974 [juli]: 6e [= 7e] druk:

N.V. De Arbeiderspers/Em. Querido's Uitgeverij B.V., Amsterdam

(Grote ABC nr 19)

Paperback, 247 p., 12,5 x 20 cm.

 

p. [4]: Omslag: Wout Muller

Achterplat: De barokke verteltrant van Louis Paul Boon schittert in deze grootse bandietenroman op zijn best. In het midden van de achttiende eeuw duiken de Vlaamse ‘bokkenrijders’ van Jan de Lichte op, om een kort, maar bloedig spoor in de Vlaamse historie te trekken.

Jan de Lichte was de onverschrokken zoon van een kroegbaas. Om deze historische figuur hangt een waas van legende en fantasie, maar Boon zet hem recht en raak voor ons neer als een op drift geraakte idealist. De ronde schelm Jan de Lichte, die dieven, landlopers en bedelaars bij duizenden verenigt tot een geregeld leger. Ze plunderen kastelen en postkoetsen volgens plan en verdelen een ruim deel van hun buit onder de armen. Het leger en de politie van Lodewijk XV krijgen pas gelegenheid deze rebellie te onderdrukken als sommige bendeleden zich tegen de leiding van Jan de Lichte gaan verzetten en op hun eigen houtje beginnen te opereren.

Galg en rad rijzen dan spoedig op boven het land van Aelst. Op één dag worden honderden terechtgesteld. De droom van Jan de Lichte gaat ten onder in vuur en bloed.

De rebellie van de bende van Jan de Lichte heeft sociaal-revolutionaire trekken. In die zin is dit boek méér dan een schelmenroman. Wat Boon begon in De Kapellekensbaan en wat uitmondde in zijn gigantische documentaire roman Pieter Daens, maakt ook

De bende van Jan de Lichte tot een van die schaarse geëngageerde hoogtepunten in de Nederlandse literatuur.

Zorgvuldige documentatie vooraf, een nooit aflatende fantasie en zin voor intrige, en een briljante penvoering: daaruit distilleerde Boon ook hier een juweel van vertelkunst, grimmig als de sociale satire en de pamfletten die in de achttiende eeuw de ronde deden. Boons werk is eigenlijk één grote sociale satire over een van adellijk-feodaal naar burgerlijk-kapitalistisch kenterend conserva-tisme. Maar conservatief blijven mensen en samenleving, overal en altijd.

 

1975 [mei]: 7e [= 8e] druk: Idem

 

1977 [januari]: 8e [= 9e] druk: Idem

 

1977 [januari 1978]: 9e [= 10e] druk: Idem

 

1979: 10e [= 11e] druk in: 01.69-DE BENDE VAN JAN DE LICHTE/

DE ZOON VAN JAN DE LICHTE

 

1981: [= 12e] druk: Idem

 

1981: [= 13e] druk: Idem

 

1981: [= 14e] druk: Idem

 

1987: [= 15e] druk: Idem

 

1989: [= 16e] druk: Idem

 

1993: 15e [= 17e] druk:

Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam

(AP Pocketeditie)

Pocket, 208 p., ill. door W.L. Bouthoorn, 12,5 x 19 cm.

 

Voorplat: [afgedrukt over illustratie:]

‘Hij is naar mijn gevoel de grootste Nederlandse schrijver van de voorbije halve eeuw’

Hugo Claus

Achterplat: In 1748 werd in Aalst de roverhoofdman Jan de Lichte wegens zesvoudige moord terechtgesteld. Hij was de Vlaamse Cartouche die zich tegen de verpaupering verzette door kastelen en postkoetsen te plunderen en de buit onder de armen te verdelen. In De bende van Jan de Lichte geeft Boon - wie deze stof op het lijf geschreven is - een aangrijpend portret van deze op drift geraakte idealist die met zijn bende een bloedig spoor trok in de Vlaamse historie. Een sociale avonturenroman die tot de hoogtepunten van Boons werk behoort.

Ik doe voor niemand onder inzake bewondering voor het talent van Boon, hij is naar mijn gevoel de grootste Nederlandse schrijver van de voorbije halve eeuw, groter dan Elsschot.

- Hugo Claus in de Volkskrant -

Deze romans [De bende van Jan de Lichte en De zoon van Jan de Lichte] behoren tot de betere helft van Boontje's werk: de lezer krijgt amper de tijd om zich te vervelen.

- Elseviers Magazine -

Een als gedrevene en om zijn weergaloze scheppingskracht unieke verschijning in de moderne Nederlandse literatuur. De enige figuur in onze letteren in die zin met hem vergelijkbaar is Multatuli.

- Moderne encyclopedie der wereldliteratuur -

p. [4]: Omslag: Hans Bockting/Pauline Hoogweg (UNA), Amsterdam.

Fotografie omslag: Lex van Pieterson, Den Haag

 

1995: [= 18e] druk:

[Geïllustreerd door W.L. Bouthoorn]

Stichting Uitgeverij XL, Den Haag, 1995

[Grootletterdruk] (Boeknummer 071)

Gebonden, 292 + II p., 17,5 x 25 cm.

 

p. [2]: Omslagontwerp: Petra van den Broek

Achterplat: In het jaar 1748 werd in Vlaanderen de roverhoofdman Jan de Lichte wegens zesvoudige moord terechtgesteld. Hij verzette zich tegen de verarming van de bevolking door kastelen te overvallen en zijn buit vervolgens onder de armen te verdelen. In deze schitterende roman tekent Louis Paul Boon een aangrijpend beeld van deze losgeslagen idealist, die met zijn handlangers een bloedig spoor achterliet in de Vlaamse geschiedenis. Dit boek, boordevol avontuur en romantiek, behoort tot Boon's beste werk.

 

1999: [= 18e] druk in: 01.69-DE BENDE VAN JAN DE LICHTE/

DE ZOON VAN JAN DE LICHTE





terug