Bibliografie > Postuum uitgegeven werk


VERTELLINGEN VAN JO


Met tekeningen van Maurice Roggeman

en ingeleid door Jos Muyres

Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 1989

Paperback, 77 p., 12,5 x 20 cm.

 

p. [4]: Omslagillustratie: Louis Paul Boon, ‘Joke en de Indianentent’

Omslagontwerp: Marisa Klaster

p. [5]: Inhoud

p. 7-10: Inleiding [door Jos Muyres]

Over een valschen Sinterklaas / Ruzie met den Does / Vertelling van Jo en Pippo over de sinema / Doodbrief van Pippo / De sigaar / De foor / Op bezoek bij nonkel Theodoor / Verzenderkensdag / Portret van onze Pa / Met onze Pa naar Brussel / Een filosoof / Iemand van de sport / Den Donkeren / Over Kamiel en over de automobiel / Genezing door muziek / Moderne spoken / Prijskamp in geschiedenis

Achterplat: In 1945-1946 verschenen in het Vlaamse communistische dagblad De Roode Vaan zeventien komische verhaaltjes van Louis Paul Boon. In deze Vertellingen van Jo kruipt Boon in de huid van zijn zoontje Jo en schrijft over diens belevenissen en ondeugende streken. Hij persifleert de mederedacteuren van De roode vaan en schetst een karikaturaal beeld van zijn eigen familieleven.

Van de door Boon met ‘Jo’ of ‘Pippo’ ondertekende vertellingen verscheen de laatste op 20/21 juli 1946. De Vertellingen van Jo nemen door hun humoristische karakter een aparte plaats in binnen Boons overwegend pessimistische vroege werk. Via de kleine Jo leren we het milieu van Boontje zelf tijdens en vlak na de oorlog kennen. In feite gaat het in dit boekje om een curieus zelfportret. Amusant zijn die afleveringen waarin Boon zijn zoontje een bezoek laat brengen aan de burelen van De roode vaan in de Brusselse Hopstraat. Boon ‘misbruikt’ Jo om een aantal van zijn collega's met hun typische eigenaardigheden te beschrijven. Boon moet zich kostelijk hebben vermaakt, want niet alle personen in kwestie hadden meteen door op wie de persiflage betrekking had. Terloops stelt Boon ook bepaalde maatschappelijke wantoestanden aan de kaak. Hij maakt collaborateurs belachelijk en bespot de katholieke partij vanwege haar laakbare houding ten aanzien van de repressie.

 

123 De verhaaltjes verschenen in Vooruit. Ze maken niet de indruk bedoeld te zijn voor een samenhangende bundeling. De eerste twee verschenen in 1945: Over een valschen Sinterklaasch (6 december) en Ruzie met den Does (13 december). Daarna volgden er nog 15 in 1946: Vertelling van Jo en Pippo over de sinema (12 januari), Doodbrief van Pippo (26 januari), De sigaar (23 februari), De foor (2 maart), Op bezoek bij nonkel Theodoor (30 maart), Verzenderkensdag (6 april), Portret van onze Pa (13 april), Met onze Pa naar Brussel (27 april), Een filosoof (18 mei), Iemand van de sport (25 mei), Den Donkeren (1 juni), Over Kamiel en over de automobiel (22 juni), Genezing door muziek (29 juni), Moderne spoken (13 juli) en Prijskamp in geschiedenis (20 juli).





terug